[:nl]
Dit model is één van mijn favoriete telefoons ooit. Hij was zijn tijd zover vooruit, dat mensen meestal zijn leeftijd onderschatten. Ik vind dat deze telefoon nogal ondergewaardeerd wordt.
Ik probeer zo veel mogelijk varianten te verzamelen als ik kan (met kiesschijf). Tenminste, diegenen die in gebruik waren in Nederland. I verzamel ook van iedere telefoon die hiervan is afgeleid een exemplaar.
Ze waren in gebruik bij de plaatselijke telefoondienst Rotterdam, als Ericssonstad, in de late jaren 30 en later bij de Gemeentetelefoon Amsterdam. PTT had ze ook in gebruik. Ze zijn voornamelijk na de oorlog bij de PTT in gebruik genomen, toen de PTT een groot deel van zijn netwerk moest wederopbouwen. Tegen die tijd werd dit model zelfs in Nederland gefabriceerd, bij Ericsson in Rijen.
Het was de eerste volledig geïntegreerd telefoon, die geheel uit bakeliet was gemaakt. Een baanbrekend ontwerp, doordat niet alleen de kiesschijf geïntegreerd was in de behuizing, maar ook de zogenaamde haak: het oplegdeel voor de hoorn. En gemaakt van het relatief nieuwe materiaal: bakeliet.
Er is al veel geschreven over deze telefoon en ik heb geen nieuwe inzichten of onthullingen over de oorsprong, ontwikkeling en geschiedenis van dit toestel. Er is al een artikel op Wikipedia over dit toestel:
https://en.wikipedia.org/wiki/Ericsson_DBH_1001_telephone
En natuurlijk is er de Ericsson History website met veel achtergrondinformatie en foto’s:
http://www.ericssonhistory.com/products/the-telephones/
Naam: hoe noem je deze telefoon eigenlijk?
Vaak wordt dit toestel met de catalogusaanduiding DHB1001 genoemd. Het probleem hiermee is dat dit een catalogusaanduiding is volgens een systeem dat pas in het midden van de jaren 30 is ingevoerd. In het introductiejaar van de telefoon was de aanduiding DE702, voor de versie met het lasdoosje en DE704 voor de versie met de drie-polige Ericsson plug.
En dat geeft nou juist het probleem aan dat ik heb met deze catalogusaanduidingen: ze zijn voor heel specifieke varianten van deze telefoon, die specifieke componenten hebben, bepaalde snoeren, in zwart bakeliet met een bepaald soort connectiemiddel aan het eind van het lijnsnoer. Wanneer één van deze componenten verschilt, hoort er ook een andere aanduiding bij.
Ericsson zelf lijkt de telefoon simpelweg “the Bakelite Telephone” te noemen, in de artikelen op hun website. Maar die term is veel te algemeen om praktisch te zijn.
Wikipedia heft het ook over M33, de term die Telegrafverket in Zweden gebruikte. De M staat voor Model en 33 voor 1933, het jaar van introductie op het Zweedse telefoonnetwerk. Maar dit is vooral een aanduiding van Telegrafverket; het model was immers al in 1931 geïntroduceerd door Ericsson.
En dan is er ook nog de PTT, die het dan weer type 1947 en type 1949 noemde. Ik weet niet welke benaming de Gemeentetelefoon Amsterdam of de Plaatselijke telefoondienst Rotterdam gebruikte.
Dus al met al niet echt praktische namen voor de hele telefoonfamilie van deze telefoon. De meeste benamingen gelden voor hele specifieke uitvoeringen, versies of bepaalde landen.
Ik noem hem zelf dan maar Ericsson (model) 1931.
De wereld veroverd
Het meest fascinerende aan deze telefoon vind ik dat hij de inspiratie voor veel andere ontwerpen was, die op hun beurt ook weer heel succesvol waren en in grote aantallen zijn geproduceerd.
Één van de allereerste was de Britse GPO 300 serie telefoon. Hij had dezelfde behuizing, zij het met andere openingen voor de doorvoer van kabels en diverse bevestigingen. Hij was gedurende verscheidene decennia in productie in het Verenigd Koninkrijk, geëxporteerd naar allerlei landen over heel de wereld en ook geproduceerd in andere landen van het Gemenebest, zoals Australië en Nieuw Zeeland.
Henri Dreyfuss, de beroemde industriele ontwerper, haalde veel inspiratie uit het model 1931 toen hij zijn iconische Western Electric 302 ontwierp. Deze revolutionaire telefoon vormde decennia lang het leeuwendeel van het Bell System netwerk en er zijn miljoenen van geproduceerd in velerlei varianten.
De Western Electric 302 was, indirect, ook weer de basis voor de Standard type 1954 in Nederland.
Een van de standard Sovjet telefoons was de BAGTA 50. Oorspronkelijk een Litouws ontwerp uit de jaren 30, werd het overgenomen door de USSR toen Litouwen werd geannexeerd. De overeenkomsten zijn duidelijk, hoewel het binnenwerk aanzienlijk anders is.
En natuurlijk is er nog de onvergetelijke Franse U43. Toen de Franse tak van Ericsson werd gevraagd een nieuwe standaard telefoon te ontwerpen voor het Franse nationale netwerk, was geen verrassing dat ze het model 1931 als basis gebruikten.
En tenslotte is er nog mijn mysterie-telefoon. Gemaakt in Brno in het huidge Slovenië, dat deel uit maakte van het Duitse Reich toen hij werd ontworpen en gemaakt. Hij vertoont veel overeenkomsten met Fuld/T&N telefoons en heeft veel dezelfde componenten als de Maingau 34. De buitenkant is een mix van de Maingau en de Ericsson 1931. Ik gebruik de term mysterie-telefoon, omdat ik nog niet weet wie hem ooit maakte en waarom.
Zonder twijfel zijn er nog meer telefoons die gebaseerd zijn op het model 1931 en ik zal ze aan deze lijst toevoegen, als ik er meer ontdek. Maar met de bovenstaande lijst is er bijna geen enkel land ter wereld waar geen model 1931 of één van zijn broers, neefjes of andere familieleden te vinden is. Misschien is dat wel de enige (vaste) telefoon waar dat voor gezegd kan worden.[:en]
This model is one of my all-time favorite telephones. Because it was far ahead of its time, people underestimate its age. Also I think it does not get the appreciation it deserves.
I try to collect as many different versions of it (with a rotary dial), as I can. At least the ones that were in use here in the Netherlands. I also collect an example of every telephone that drew its inspiration or that was based on this design.
were used by the Rotterdam city telephone company (Plaatselijke telefoondienst Rotterdam), in the late 30s, Rotterdam being a typical Ericsson city, and later by the Amsterdam city telephone company (Gemeentetelefoon Amsterdam) and PTT used them too. They were especially bought just after World War 2, when PTT had to rebuild large parts of its network. By then this model was even produced in the Netherlands, at the Ericsson factory in Rijen.
The very first integrated phone, fully made of bakelite. A ground breaking design, not only incorporating the dial into the housing but the cradle as well. And made of the relatively new wonder material: bakelite.
A lot is written about this telephone already and I do not have any new insights or revelations on its origins, development and history. There is a nice article on this telephone on Wikipedia: https://en.wikipedia.org/wiki/Ericsson_DBH_1001_telephone
And of course there is the history website of Ericsson itself with lots of information and pictures:
http://www.ericssonhistory.com/products/the-telephones/
Name: what to call this model?
Often it is called by its catalogue number DBH1001. The problem with that is that it is according to the later catalogue system which was only introduced in the mid-1930s. In its year of introduction it would have been called DE702, for the version with the terminal box and DE704 for the version with the 3 pronged Ericsson plug.
And that last bit further illustrates the problem with these catalogue numbers: they are for very specific versions of this telephone, with certain electrical components, a certain line and handset cord, in black bakelite, with a certain means of connecting it to the telephone network at the end of the line cord. Changing one of these components would result in a different catalogue number.
Ericsson themselves seem to call it simple the Bakelite Telephone., if the articles on their history website are anything to go by. But that is a far to generic name, to be very practical.
The Wikipedia article mentions M33, which is a designation used by Telegrafverket in Sweden. The M stands for Model and 33 for 1933 , the year it was introduced to the Swedish telephone network.. But this is a purely Telegrafverket designation and the model itself was introduced in 1931, not 1933.
And there is the Dutch PTT which called it the type 1947 and type 1949. I do not know which designation was used by the Gemeentetelefoon Amsterdam or the Plaatselijke telefoondienst Rotterdam before that.
So, all in all, these are not very practical names for this whole family. They only apply to very specific models, versions or countries.
I usually call them Ericsson (model) 1931’s.
Conquering the world
I find the most fascinating about this telephone is that it influenced many other designs and inspired a lot of other models, who in turn were often also very succesfull and produced in huge numbers.
One of the first ones was the British GPO 300 series telephone. It used the exact same body shell, albeit with different openings for cords and fixtures. It was produced for decades in the UK, exported all over the world and was also produced in other Commonwealth countries like Australia and New Zeeland.
Henri Dreyfuss, the famous industrial designer, drew a lot of inspiriation from the model 1931 when designing his iconic Western Electric 302. This revolutionary telephone was the mainstay of the Bell System network for a number of decades and millions its many variants were manufactured.
The Western Electric 302 was, indirectly, the basis for the Standard Electric type 1954 from the Netherlands.
One of the standard Sovjet telephones was the BAGTA 50. Originally designed in Latvia, in the 1930s, it was taken over by the USSR after Latvia was annexed. The resemblance is clear, although the inside is very much different.
And of course there is the unforgettable French U43. When the French Ericsson company was asked to design a new standard telephone for the French national network, it is no surprise they drew inspiration from the model 1931.
And last but not least, there is my mystery phone. Made in Brno in modern Slovenia, it was part of the German Empire when it was designed and made. It bears close relations to Fuld/T&N telephones and shares a lot of components with the Maingau 34. The outside seems to be a mix between the Maingau and the Ericsson 1931. I call it my mystery phone, as I have not determined yet who made it and why.
I have no doubt there are more telephones which drew their inspiration from the model 1931 and I will add them to this article as I discover more of them. But with this list above, there is hardly any country in the world where a model 1931 or one of its brothers, nephews and other family members cannot be found. Perhaps this is the only (landline) telephone in the world for which that can be said.[:]
Hallo Arwin, Ik heb pas een DBH 1001 wandtoestel met nikkelen kiesschijf binnen gekregen. Is een heel mooi toestel, maar hij mist het inplak schema aan de binnen zijde.
Vraag aan jou, is daar misschien nog aan te komen.
M.v.g. Math Hardy
Telefoon verzamelaar Maastricht
Hallo Math,
Bedankt voor je bericht. Wellicht heb ik er eentje, ik moet even zoeken. Diep zoeken. 🙂 Ik heb volgens mij nog ergens een beschadigd exemplaar voor onderdelen.
Staat er verder nog iets op? Telefoondienst Rotterdam of Amsterdam?
Groeten,
Arwin
Hallo Arwin,
Ik heb een mooi exemplaar (wand telefoon) van dit type in vrij goede staat.
Wij hebben hem jarenlang (minimaal) gebruikt en goed onderhouden, maar doen hem nu in de verkoop.
Want: de vaste lijn gaat eruit.
Geen repro en stoffen snoer is echt.
Mocht u toevallig interesse hebben, dan hoor ik het graag!
Het toestel staat sinds vandaag ook op Marktplaats.
Maar we verkopen hem uiteraard liever direct aan een liefhebber/verzamelaar.
Mvg Karin
Hallo Karin, bedankt voor je bericht en je aanbod. Ik stuur je een email.
Groeten, Arwin
Beste Arwin,
Mooie site heb je! Bedankt voor het delen van al deze info.
Ik heb een Ericsson Holland toestel staan die volgens het schemablad in de behuizing een ‘Tafeltoestel Ericsson Type 1949′ is. Het toestel zelf heeft de scherpe lijnen van model 1931, een metalen kiesschijf, een canvas netsnoer èn de snoeren zitten links aan het toestel gemonteerd. De handset is echter een “F1-achtige” aan een vinyl krulsnoer.
Onder het toestel zit een label geplakt met daarop een handgeschreven paraaf en een datum in het jaar 1956.
Weet jij op basis van deze kenmerken of de handset origineel bij dit toestel hoort? Of kan het zijn dat dit toestel in ’56 is opgeknapt, waarbij een nieuwer type handset (F1)is geplaatst? De patina op beide onderdelen lijkt identiek, dus het lijkt helemaal origineel. Maar na het lezen van alle info ben ik er toch niet zeker van. Dit komt met name door de twee duidelijk verschillende kwaliteiten snoer.
Ik ben wel benieuwd naar jouw deskundige mening. Alvast bedankt.
Mocht ik aan jouw database kunnen bijdragen door (detail)foto’s van dit toestel aan te leveren dan doe ik dat met plezier. Groeten, Yos
Hallo Yos, bedankt voor je enthousiaste reactie.
Heel opmerkzaam van je, je telefoon is inderdaad in 56 opgeknapt en heeft een nieuwe hoorn gekregen, die aan de Norm 51 eisen voldeet. Dat is bij vrijwel alle exemplaren gebeurt en eentje met een originele hoorn zie je niet vaak meer.
Ik stuur je via email een scan van een blad uit een monteurshandleiding van de PTT, waar je kunt zien hoe ie er uit zag met de originele hoorn.
Bedankt voor je aanbod vwb het gebruik van een foto. Ik heb zelf enkele exemplaren van dit type, maar was nog niet in de gelegenheid er iets over te publiceren op mijn site.
Groeten,
Arwin
Top Arwin, bedankt voor de afbeelding met de originele handset en de bevestiging van de aanpassing die heeft plaatsgevonden. Origineel is mooi maar ik vind hem de nieuwere handset toch ook wel erg goed staan.
Ik vond het eerst een bijzonder idee dat een telefoon “zo snel” na productie al is aangepast, maar dat heeft natuurlijk met die norm te maken. (En ja, een mobiele telefoon is tegenwoordig na 6 jaar al drie keer afgeschreven en bijna onbruikbaar, terwijl dit toestel hier vandaag nog deftig staat te rinkelen als iemand ons over de landlijn belt. 🙂 Groeten, Yos.
Beste Arwin,
ik heb vandaag een bakelieten telefoon gekocht. Op de achterzijde staat de Naam Ericsson Rijen met een nummer 11420 en dan denk ik een 7 maar dat is niet echt leesbaar meer. Daarbij een datumaanduiding van juni 1956.Kun je me iets meer vertellen over deze telefoon? Ik heb daarbij een vraag. Ik heb hem aangesloten met zo’n reguliere PTT-stekker. Hij rinkelt als er gebeld wordt. Ik heb ook een kiestoon als ik de hoorn van de haak haal maar zowel de kiestoon als de stem van de ander aan de telefoon is heel erg zacht. Is daar iets aan te doen? met vriendelijke groet Richard
Hallo Richard, zie ook mijn email.
Je telefoon is volgens mij een Ericsson type 1951.
Zie ook hier: http://www.matilo.eu/3-the-phones/1945-1960-late-bakelietperiode/ericsson-type-1951-tafeltelefoon-met-aardtoets/
Groeten,
Arwin
Hallo arwin.
Ik heb sinds gisteren ook een bakeliete tafelmodel 1931. Was een restauratie opject. Snoeren van de hoorn zitten erin. Alleen ik krijg de draden van de stekker er niet op de goede manier in zodat hij rinkelt en ook een kiestoon geeft. Zou je misschien een foto van het binnenwerk van jou telefoon kunnen geven zodat ik het daarop kan afkijken. Groeten Tom Bouwhuis
Hallo Tom, bedankt voor je bericht. Ik heb je twee foto’s toegestuurd. Ik hoop dat je er iets aan hebt. Er zijn verschillende versies van dit type gemaakt, met soms iets andere bedrading.
Groeten,
Arwin
Beste Arwin, ik ben op zoek naar een (werkende) telefoon uit de jaren dertig. Liefst een om te hangen (als er die toen waren). Krijgt dan een mooi plekje in ons kantoorpand uit 1931.
Via email beantwoord.
Beste Arwin , je hebt een erg leuke en vooral interesante site .
Ben hier gekomen omdat ik wat info zoek naar een oude telefoon die al jaren op zolder stond bij mijn ouders . Hoever ben ik : de telefoon is een ericsson holland waarschijnlijk uit 1931 . Bedrading is van stof groen omhulsel en heeft achterop een meeluister euhh ding . Ook het apperaat waar het signaal binnenkomt zit erbij. Zwart bakeliet en onder de hoorn staat : gemeentelijke telefoondienst rotterdam .telefoon lijkt geheel origineel en weet dat hij in ieder geval van voor de 2e wereld oorlog is . Ik hoop dat je me wat meer over deze telefoon kan vertellen , zou hem best willen verkopen als ik iets meer weet .kan je ook foto’s mailen als je het leuk vindt..
Hier een dbh 1001 k versie , zal rond 1931 gemaakt zijn . Gevonden op zolder bij opa. Ziet eruit als nieuw ! Voor 90 jaar oud… komt van gemeente rotterdam . Heb op internet er maar 1 kunnen vinden en die staat in het museum van rotterdam. Iemand interesse ? Mail me gerust : Solidsnake6666@msn.com
Gr : alexander
Hallo Lex/Alexander,
Bedankt voor je bericht. Ik ken je toestel wel en ben toevallig bezig met een artikel over dit toestel. Het artikel is nog niet gepubliceerd. De tekst is af, maar de foto’s nog niet.
In een notendop: het is geen DBH1001, maar lijkt er heel erg op. Het is een uniek Nederlands toestel en ws alleen voor de plaatselijke telefoondienst Rotterdam gemaakt. Rotterdam had tot ongeveer WW2 een eigen telefoonmaatchappij.
Het is een Ericsson type 1935. Het is eigenlijk een ouder toestel, de Ericsson DE 500 (http://www.matilo.eu/3-the-phones/voor-1926/ericsson-de500/?lang=en) waar het binnenwerk en kiesschijf van hergebruikt zijn en er een bakelieten kap overheen is gezet en een bakelieten hoorn en extra meeluister hoorn aan is toegevoegd.
Het is niet superuniek, maar een mooie exemplaar zie je niet vaak en het is redelijk gewild onder Nederlandse verzamelaars.
Groeten,
Arwin
hello Arwin.
I’ve recently got a pair of DBH15 telephones along with two ITT-500, as part of a personal therapy.
thanks a lot for your explanations and the info you provide about phones, certainly I’ve had so much pleasure reading at them.
saludos!